zondag 27 juni 2010

Een metropool van 1000 dorpen




Een magistraal stralende zon begeleidde het bezoek dat landschapsarchitect Harro de Jong het afgelopen weekeinde aan mijn Geheime Zolder in OB bracht. Dankzij zijn fantastische auto-zonder-dak beleefden we een bijzondere Ruhrervaring. De zaterdagmiddag hebben we in het teken gesteld van Duisburg, die merkwaardig langgerekte stad die aan de Rijn ligt maar waar je vervolgens maar op een gering aantal plaatsen van kunt genieten. Een belangrijke aanleiding om naar DU te gaan was het enigszins louche rendez-vous dat ik met de broer van de uitbater van kebabhuis Selale in de wijk Marxloh had. Volgende week maandag ga ik daar met de jongens en meisjes van het Nijmeegs Archief dineren en ik wilde nog het één en ander over het menu bespreken. Veel gratis thee en daarna naar de Alsumerberg.

Het dorpje Alsum is inmiddels onder tientallen meters industrieafval en WOII puin verdwenen maar het schilderachtige uitzicht over de Rijn en de uitwaarden van Orsoy met haar heggenlandschap is gebleven. Hoe fraai is het niet om te zien hoe de Rijn in een flauwe, trage bocht naar het noord-westen afbuigt en hoe de oostelijke oever het oude beeld van het Ruhrgebied tot leven brengt. De Hoogovens van Thyssen-Krupp in Schwelgern, de nieuwe koeltoren van het Kraftwerk Walsum en verder een ongehoord industrieel panorama waaruit onheilspellende geluiden opklinken en waar zich iedere tien minuten met ferme kracht uit een houten koeltoren een helder witte wolk verheft. Later, eenmaal weer van de berg afgedaald stonden we op een viaduct te kijken naar de krioelende activiteit van het hoogovenbedrijf toen zich een trein met een tweetal torpedo-achtige wagons, gevuld met vloeibaar staal onder ons door bewoog. Door een gat in de bovenzijde van de wagons werd ons een blik in het vulkanisch interieur geboden en sloeg de hitte door onze broekspijpen.

Omdat het hoogzomer weer en het beklimmen van bergen dorstig maakt werd Hübi's in Duisburg-Ruhrort aan gedaan. Vanaf het terras vanonder zo'n partytent leuk uitzicht op de buitenboel van het binnenscheepvaartmuseum. Bier en worst. Maar......het weder was te verleidelijk om de cabrio van Harro lang alleen te laten. Verder langs het Erotik Insel te Duisburg (zeg ik nix over, ga zelf maar kijken aan de Vulkanstasse) naar het buitenterrein van de Duisburger Kupferhütte. Zwaar industriële omgeving, mat uitgeslagen van de kopererts en andere grondstoffelijke rommel maar met een geweldige blik op die machtige rivier de Rijn. Hoewel we er niets te zoeken hadden wezen de heren van de langsrijdende security er ons op dat we via de ene weg wel, maar via de andere niet het terrein konden verlaten. We hoefden echter niet weg. Dat heb ik hier in het Ruhrgebied regelmatig beleefd; industrieterreinen zijn vrijwel altijd toegankelijk en als je er rond doolt, op zoek naar geluk of iets anders, en je komt iemand die er wél iets te zoeken heeft tegen dan wordt je nooit weggestuurd maar vriendelijk te woord gestaan.

Na een nog tamelijk lange avond in biergarten en op de verschrikkelijke uitgaanstrip van CentrO in OB was het 's zondags weer vroeg dag. Een eerste attractie was de Brug Vondern. Een oude waterburcht die ooit het ommeland aan de noordrand van Obehausen, toen nog lege heide, moet hebben gedomineerd maar nu ligt in geklemd tussen het uitgestrekte rangeerterrein van Oberhausen-Osterfeld en de de Emscherschnellweg, de A42.

Via het zeer aandoenlijk Bottrop-Ebel dat zo krankzinnig gelegen is dat ik er eigenlijk een apart verhaal aan zou moeten wijden, wat ik, denk ik ook maar ga doen ging het voorwaarts. In ieder geval begon het Harro al spoedig op te vallen dat het Ruhrgebied niet alleen opvallend groen maar vooral ook opvallend dorps van karakter is. De Siedlungen, van elkaar gescheiden door industrieën, infrastructuur en braakliggende terreinen zien er niet alleen als dorp uit, ze zijn het ook. Een kabbelend klimaat waarin altijd ergens op een hoek een Bude of Kiosk of Trinkhalle te vinden is waar men tijdschriften, snoepgoed, drank en tabak verkoopt tot in de kleine uren. En waar men, evenals op het platteland zich vrij voelt om op eigen erf te bouwen wat men wil.

In Bottrop-Ebel wordt in het kader van Emscherkunst een oude rioolwaterzuivering tot park omgebouwd door de Achterhoekse maar wereldberoemde landschapsarchitect Piet Oudolf. Voor de Turkse achterbuurmeisjes van de Siedlung bleek dit een uitgelezen kans eens wat bij te verdienen. Terwijl hun moeders behoofddoekt ons gade sloegen namen we plaats in de lange, diepe achtertuin die zo kenmerkend is voor de mijnwerkers koloniën in het Ruhrgebied; men moest in z'n eigen voedselvoorziening kunnen voorzien. Onder, wederom een partytent, dit maal een groene, stonden biertafels en werd ons, met uitzicht op Oudolfs schepping in wording heerlijke thee met dito hapjes geserveerd. Het motto van de dames was; 'lokale internationale spezialitäten'. Turks snacken op z'n Bottrops.

Via de onvolprezen Welheimer Mark, een ogenschijnlijk agrarisch gebied dat ligt ingeklemd tussen de cokesovens van Prosper, een kleine enclave van beukenwoud dat alle industrialisatie vreemd genoeg is ontsprongen, de Emscher en de enorme waterzuivering van Bottrop reden we richting de fantastische bijdrage die Observatorium aan Emscherkunst heeft geleverd; Warten auf den Fluss. Maar ja, Duitsland moest tegen Engeland voetballen dus stopten we bij één van de fijnste Budes van het Ruhrgebied.

Het kleine kioskje ligt aan de rand van Essen-Karnap tegen de Emscherdijk aan en men heeft in het onwaarschijnlijk krappe interieur toch nog een bar met zes krukken weten te realiseren. Omdat het Ruhrgebied een verstedelijkt platteland is waarin de mores van een dorp gelden heeft men op eigen initiatief zonder hier door een bemoeizuchtige overheid verder in lastig gevallen te worden een Biergarten met veranda en Grill gebouwd. Onder een parasol op een oliedrum stond een oude TV waarop, met wat storingen waardoor het geluid soms wegviel de wedstrijd bekeken werd. De Karnappers, Duits getooid, waren al riant aan het bier toen wij, enkele minuten na het begin van de wedstrijd in de Biergarten plaats namen. Onder het genot van het lokale Stauder Pilsner leefde we met onze nieuwe vrienden mee. Het was spannend en Duitsland won met 4-1.

Uiteindelijk belandden we op op Halde Hoheward en zagen onder het verzengende licht van de zomerzon, door een paarse avondnevel uit over het 'enige kunstmatige middelgebergte van Europa'. Het Ruhrgebied bezoeken zonder Landschaftspark Hoheward te bezoeken had naar onze overtuiging van dát moment geen enkele zin.

Via grofmazige doorgangswegen en omringd door uitgelaten Duitsers die deden alsof ze het WK reeds hadden gewonnen zoefden we naar de Profi Grill in Bochum Wattenscheid. Na een zonverbrande dag op een lederen bank onder een magistraal stralende zon onderweg te hebben doorgebracht en na het Ruhrgebied weer eens te hebben doorkruist met tal van nieuwe, landschappelijke ontdekkingen moesten we concluderen dat alle campagnes van Ruhr 2010 ten spijt het Ruhrgebied geen metropool is in de klassieke zin des woords. Het is vele malen beter; het is een metropool van 1000 dorpen en dan merk je!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten